Recensie Het leven uit een dag

    "Ik vind 'Het leven uit een dag' geen top boek.
Dat komt meer door de uitwerking van het boek dan door de ideeën achter het boek. Ik vind dat A. F. Th. van der Heijden vaak te lang en te uitgebreid op bepaalde zaken in gaat. Hierbij gaat het mij vooral om de beschrijvingen van bepaalde gebeurtenissen (het ovale portret, het parachutespringen), Dit maakt voor mij het boek soms langdradig. Ook werd het mij soms te pervers. 
De ideeën achter het boek vind ik echter prachtig. Er zitten veel gedachten in die te zijn overhevelen naar mijn wereld en mij aan het denken hebben gezet. Bijvoorbeeld het verstrijken van tijd. In het begin is het al interessant om te zien hoe een leven van een dag functioneert, maar later in de hel word je op een speciale manier geconfronteerd met het tijdsverloop. In de hel denkt Benny eerst dat hij versneld leeft en dat hij de enige is die dat merkt. "De levens van de mensen raakten versneld op, maar niemand scheen haast te hebben."
Ik denk echt dat we meer moeten genieten van onze tijd, er bewuster mee omgaan. Voor je het weet ben je weer een jaar ouder. De eenmaligheid is ook zo'n onderwerp. Is onze wereld echt zo'n sleur van herhalingen, als wordt voorgespiegeld in de hel (onze wereld) in het boek. Als een boek bij mij dat soort gedachten opwekt vind ik het een goed boek, maar een top boek is soms wat minder gedetailleerd. 
Het was leuk om een keer met een boek van A. F. Th. van der Heijden kennis te maken.
                                                                                           Erwin Bakker, zoekboekverslag.nl


Het boek 'Het leven uit een dag' is een ontzettend interessant boek om te lezen.
Soms zit er iets te veel erotica in, wat mij betreft (bijvoorbeeld als Benny in de hel terecht komt en kennismaakt met prostitutie. Die details van de prostitutie waren niet nodig, er was niet echt een doel en ik vind dat het de liefde tussen Benny en Gini minder belangrijk laat lijken). Verder over het algemeen te veel details:
'Benny bleef met zijn pink de witroze schelp omcirkelen, die nog klam was van het douchen. Hij was niet getand als de schelp op het strand waar zijn grootvader gestorven was, maar fijngeslepen en afgezet met een teer dons. Vanzelf kwam het topje van zijn pink tot twee, drie keer toe in een volgende ellipsvormende baan dieper in het oor terecht. Uit de gehoorgang kroop het knisperende schuim van een restje shampoo zijn vingertop tegemoet. ...
Toen hij die hele reis met zijn tong wou overdoen, moest hij Gini met beide armen vasthouden. Benny proefde de zepige smaak van shampoo, en nog iets: het bitterzoete uit het diepst van de trechter.'
(blz. 71)
Zoals Erwin Bakker ook al zegt in zijn recensie is dit iets te gedetailleerd. Prima dat Benny aan Gini's oor likt, maar ik hoef niet te weten hoe haar oorsmeer smaakt. 
Natuurlijk zijn er niet alleen nadelen aan veel details, in sommige scènes maakt het de gebeurtenis juist heel realistisch. Als Benny bijvoorbeeld naar de stoel loopt om geëlektrocuteerd te worden. 
'En dan die riemen en gespen... Ondanks hun formaat, dat geneutraliseerd werd door de afmetingen van de stoel, deden ze aan het tuig van een kinderstoel denken - een steiger eerder naar het leven dan naar de dood.' (blz. 133)
    Wat ik zo interessant vind aan het boek is dat de mensen werkelijk maar één dag leven. 
We zijn zo vaak geneigd om te zeggen: later wil ik dit gaan doen. Of: als ik ooit de kans krijg, ga ik dat doen. We stellen dingen vaak uit, en soms komt er niks van onze plannen terecht.
Maar in dit boek is dat niet mogelijk. Je kan nu niet zeggen: als ik over drie jaar van school af ben, ga ik een wereldreis maken. Je moet het nu doen, en elk moment is uniek want het gebeurt maar één keer. 
Ik denk dat dit misschien ook wel deels de bedoeling was van het schrijven van dit boek. Maar het kan van der Heijden natuurlijk ook geïnspireerd hebben om dit boek te schrijven; iedereen vraagt zich natuurlijk wel eens af wat je allemaal zou doen als je zou weten dat je er morgen niet meer zal zijn.
Iedereen vraagt zich natuurlijk wel eens af hoe je leven zou zijn als je een eendagsvlieg was.
Ook staat er op een van de eerste pagina's van het boek: 'L'enfer c'est la répétition.' (De hel, dat is herhaling.) Een citaat van Eugène Ionesco, een Franse schrijver van het absurde toneel, wat van der Heijden ook geïnspireerd zou kunnen hebben. 
    Het is wel erg onduidelijk waar dit verhaal zich afspeelt. Er wordt wel vertelt over een stad aan het strand, maar niet welke stad. Omdat alles in één dag gebeurt veranderd de stad echt heel snel en komen er om het uur nieuwe gebouwen bij.
Ik vond het erg lastig om me dat voor te stellen, want wat voor stad is het? New York? Amsterdam? Of kleiner. Heerenveen? (Heerenveen is eigenlijk een dorp.)
    Het leven uit een dag is niet een boek voor iedereen. Het is immers niet erg waarheidsgetrouw. Mensen die maar één dag leven is natuurlijk niet waarheidsgetrouw  maar de hel en de hemel spelen in dit verhaal ook een grote rol. Voor sommige mensen, die niet van het zware van de hemel en de hel houden is het ook een minder fijn boek om te lezen.
    Als je het boek leest blijf je wel tot het einde toe nieuwsgierig. Zeker als Benny geëxecuteerd wordt en in de hel terecht komt. Je vraagt je natuurlijk af waar Gini is, en of ze Benny nog zal ontmoeten of niet. 
Dit wordt pas op de allerlaatste bladzijde onthuld, en daarom blijf je maar doorlezen omdat je graag wil weten hoe het met het verliefde stel afloopt. 
(blz. 217,218)
'Zij daar... ik hier... en tussen die twee werelden in, voor ons allebei onbereikbaar, het kind.'
'Zo staan de zaken helaas.'
'Maar dan heeft God haar gestraft met de hemel.'
'...Kom nou niet aanzetten met God alsjeblieft.'
Op het bleke gezicht van de blinde man was een fijn glimlachje verschenen, waar de dode ogen geen deel aan hadden. Toch leek het of hij Benny recht aankeek.
'U heeft het aldoor geweten, he? U heeft het voorzien.'
'Och...'
'Erger nog. U heeft ons gelokt. Verleid. Die ventilator, dat was uw werk. Ontkent u het maar niet. U heeft zich laten doden... door mij, niet door haar... om ons uit elkaar te drijven. Uit haat.'
... 'Wat klaagt u nou toch, meneer Wult? Zie mij. Ik ben al oud. U komt net kijken. U heeft uw hele leven nog voor u.
Morgen is er weer een dag.'



0 reacties:

A.F.Th. van der Heijden - Het leven uit een dag

Het leven uit een dag speelt zich af in een wereld waar een 
mensenleven niet langer dan een etmaal duurt. 
Elke belangrijke 
gebeurtenis is daardoor noodzakelijk eenmalig en onherhaalbaar. 
Dat geldt ook voor de liefdesdaad, die hier wordt voorgesteld als een ontdekkingsreis van grote schoonheid, vol verwondering over de onvermoede landschappen, bronnen en natuurverschijnselen van het menselijk lichaam: de intensiteit van de liefde bestaat bij de gratie van eenmaligheid.
   Hoe ervaren twee verliefde mensen hun eerste liefdesdaad als zij weten dat het tevens onherroepelijk de laatste is? Benny Wult en Gini Trades verkopen (bijna letterlijk) hun ziel aan de duivel om zo te kunnen ingaan tot een 'wereld van herhaling', die ook de wereld van verveling en onverschilligheid blijkt. Zullen de gelieven in die repeterende onderwereld hun liefde een vervolg weten te geven, of lopen ze elkaar uiteindelijk mis? 

Opdracht.
Er zijn keuzes uit 14 opdrachten. Nummer 14 is een vrije opdracht voor als je een 'briljant idee hebt voor de verwerking van je boek.' Opdracht nummer D. is een ander einde aan het boek schrijven. Deze twee heb ik met elkaar gecombineerd. Halverwege in het boek - als Gini en Benny de blinde man gaan vermoorden - zit namelijk een tijdsprong. De moord wordt niet beschreven.
Maar wat zou er gebeuren als die moord wel beschreven wordt? En wat zou er gebeuren als de moord niet gepleegd wordt?
Misschien handig om te weten: alles wat ik letterlijk geciteerd heb uit het boek is met schuine letters aangegeven.

‘Gini, we hebben een jeugd lang het verkeerde als goed laten voorspiegelen. Ik geloof niet langer in de voortreffelijkheid van al het eenmalige. Kom mee… ga mee naar buiten, dan vertel ik je… want hier… Gini, ik nodig je uit voor een reis naar de wereld van herhaling.’
‘Op reis naar de wereld van herhaling…’ herhaalde Gini langzaam en ze keek op naar Benny. Even dacht hij weer het bange kind in haar te zien, toen zij voor het eerst het café binnenkwam. ‘Benny…’ begon Gini langzaam. ‘Hoe? Wat is je plan?’
Benny fronste even, maar greep Gini toen plotseling bij haar arm en nam haar snel mee naar buiten. Hij ademde de frisse lucht in – zolang hij er nu nog van genieten kon – en ging samen met Gini een paar huizen verder op de stoeprand zitten.
‘Benny? Wat is je plan?’ vroeg Gini nogmaals, ze haalde onrustig haar handen voor haar dikke, blonde haren.
   ‘Als ik mijn naaste dood, en ik gegrepen word door gerechtsdienaren, en de doodstraf krijg, ben ik dan niet voldoende gestraft om de hel te ontlopen?’ ‘De goddelijke gerechtigheid, jongeman, opereert geheel onafhankelijk van de wereldse rechtelijke macht. Wie volgens de hier op aarde, in onze maatschappij, geldende wetten berecht en gestraft wordt, is daardoor nog niet gevrijwaard van metafysische straf.’
Benny was een lange tijd stil. Hij dacht na.
‘We moeten iemand doden…’ zei Benny zacht.
‘Wat?’ vroeg Gini, die hem duidelijk niet gehoord had.
‘Wij moeten iemand doden. Dan zijn wij er het meest verzekerd van om naar de wereld van herhaling te gaan.’
Benny staarde even naar de grond. Hij wist dat dit te veel gevraagd was aan Gini.
Zij had een goed hart, en hield van andere mensen. Ze was ook nog eens jong, studerende; ze had haar hele leven - de hele dag - nog voor zich. Hij kon haar niet vragen om haar hele leven op te geven.
Benny draaide zijn hoofd en keek naar Gini.
Het verbaasde hem wat hij zag. In haar ogen zag hij amper angst of onzekerheid, maar vastbeslotenheid en lef.
‘Wie?’
‘Wat?’
‘Wie gaan we vermoorden?’
Benny slikte een paar keer bij het woord vermoorden en hij kon aan Gini zien dat ondanks haar vastbeslotenheid zij ook moeite had met het uitspreken van het woord.
‘Het moet een makkelijke moord zijn, maar ook een laffe moord.’ zei Benny.
‘Een laffe moord?’
‘Ja, de verschrikkelijkste moord die je je maar voor kan stellen. En met verschrikkelijk bedoel ik dan niet wat je degene aandoet… maar wie je het aandoet.’
Het was een lange tijd stil.
Gini speelde met haar haren, of pulkte aan de veters van haar schoenen. Benny kraste met zijn nagel in de tegels van de stoep. Af en toe zuchtten ze eens, of strekten ze zich.
Plotseling zei Gini: ‘De man.’
Benny zuchtte vermoeid. ‘Welke man?’
‘De man in het café.’
‘De Italiaan?’
Gini schudde haar hoofd en ging rechtop zitten. Blijkbaar was haar idee interessant.
‘Nee, die andere man.’
‘Welke man?’ zei Benny nu geërgerd vanwege Gini haar onduidelijkheid.
‘Die blinde!’
‘Scant?’
‘Ja!’
Dit keer was het weer stil, maar niet zo’n ongemakkelijke stilte als de vorige keer. Gini en Benny keken elkaar recht in de ogen aan, vol spanning.
‘Een blinde vermoorden is een laffe moord, inderdaad…’ begon Benny. ‘Een blinde is weerloos.’
‘En het zal gemakkelijk zijn,’ vulde Gini aan. ‘Hij ziet toch niks.’
‘In dat geval zullen we verzekerd zijn van de stoel.’
Gini gleed haar hand in die van Benny en kneep er even in. Benny wist niet goed wat zij daar mee bedoelde. Was ze blij, omdat ze eindelijk een oplossing voor hun probleem gevonden hadden of was ze bang, om te moorden en voor de stoel? Benny wist het niet.
Misschien beide.

‘Dit is mijn huis niet. Hier woon ik niet.’
‘We zijn er ook nog niet, meneer Scant, maar wel bijna. We lopen door de straat en het ruikt hier gewoon merkwaardig.’ zei Benny, terwijl hij met Gini en meneer Scant aan de arm door de gang van het verlaten pand liep. Het was een vies, oud pand. Gini en Benny waren er beide over verbaasd waarom het nog stond, en waarom het nog niet vernieuwd was, aangezien dat zo snel ging.
  ‘Waarom hoor ik dan geen auto’s, of andere mensen?’ zei Scant bijdehand.
Benny en Gini zwegen.
Gini keek op naar Benny. Haar haar zat warrig en haar wangen waren rood van adrenaline, angst en spanning. Je kon zien dat ze ondertussen iets verouderd was. Onder de ogen waar Benny naar keek waren vage lijnen van aankomende rimpels te zien. Gini keek Benny strijdlustig aan en beet op haar lip. Het deed Benny goed om te zien dat zij ook volledig achter hun plan stond. Dan wist hij zeker dat ze beiden in dezelfde wereld aan zouden komen.
Benny opende een deur en de drie arriveerden in het werkelijke pand. De grond was hard en je kon voetstappen er gemakkelijk op horen. Helaas voor het koppel, was meneer Scant niet doof, en was er ook niks mis met zijn reuk.
‘Dit is mijn huis niet! Hier woon ik niet!’ schreeuwde de man nu angstig, en liet hij Benny’s arm snel los. Gini sloot snel de deur, zodat de man in ieder geval niet ontsnappen kon.
Met een luide klap viel de deur dicht en meneer Scant draaide zich angstig om.
‘Breng me onmiddellijk naar mijn eigen huis. Het stinkt hier naar pluimvee en ratten.’
Benny en Gini waren allebei doodstil. Ze wisten dat als ze nu een geluid zouden maken, de man het nog wel eens op ’n lopen kon zetten en ontsnappen kon. Ze kenden beiden het pand ook niet erg goed, ze hadden het zelf immers ook pas die dag gezien.
De man schreeuwde nog eens, zijn angst was overgegaan naar woede. ‘Dit is mijn huis niet! Hier woon ik niet! Breng mij onmiddellijk naar huis!’
Benny en Gini keken elkaar aan. Het was bijna zover.
Uit zijn zak haalde Benny zijn bajonet.
‘Klaar?’ fluisterde hij zacht.
‘Wat?’ riep meneer Scant, die door zijn luide geschreeuw en angst niet goed doorhad wat er nu om zich heen gebeurde.
‘Klaar.’ fluisterde Gini terug.
Maar het was stil. Gini wist niet hoe ze beginnen moest. 
Hoe moet je beginnen iemand te vermoorden?
‘Zeg hem maar… wat we afgesproken hebben…’
Gini haalde diep adem, en terwijl ze de woorden uitsprak
‘U ziet immers beter met uw oren en uw neus. Waar wacht u nog op? Zie er maar uit te komen.’ Ze klapte hard in haar handen. Benny en Gini waren niet de enige die dit als het startschot zagen, want ook de blinde man zette het op een lopen.
Gini rende achter hem aan, klappend en schreeuwend. Maar de sterke, nog jonge Benny was sneller dan de oude man en haalde hem op zijn beurt ook weer in, klappend en schreeuwend.
Zo ging het door en door. Ze renden door de vieze gangen van het oude pand en hier en daar lagen oude dozen. Het was verbazingwekkend dat de blinde er niet over struikelde, aangezien hij ook al vrij veel alcohol door zijn bloed had stromen.
De blinde man werd alle gangen doorgejaagd, trap op, trap af. Meneer Scant was woedend en bang tegelijk. Het leek wel een stierengevecht.
Het pand had meer gangen en kruispunten dan Benny en Gini gedacht hadden, en ook de man leek het rennen langer vol te houden dan verwacht. Even renden Benny en Gini naast elkaar, beide bezweet en Gini buiten adem.
‘Benny…’ hijgde zij buiten adem. ‘Benny, ik red het niet lang meer.’
Benny knikte en haalde de bajonet weer tevoorschijn. Beiden wisten ze nu dat het zo ver was, nu kwam het kruispunt waar het veel echode.
Het plan was nu dat Gini Scant aan het schrikken zou moeten maken, en de man met volle vaart in Benny’s dolk zou lopen.
Bij het horen van de harde echo’s stond de man stil. Hij draaide in het rond, angstig en kwaad, proberend geluiden van de voetstappen van zijn toekomstige moordenaars op te vangen.
‘Hebben jullie wel enig idee wie ik ben? Met wie je te maken hebt?’ schreeuwde de blinde kwaad. ‘Jullie moesten eens weten!’
Een stukje verder van hem stond Benny, met zijn bajonet in de hand. Zijn arm was uitgestrekt, op de hoogte van zijn buik. Benny stond strak van spanning.
Zijn bloed pompte in zijn lichaam en hij kon zijn hart horen kloppen in zijn hoofd. Zijn kaken waren strak op elkaar gedrukt en Benny had moeite om de dolk strak voor zich uit te houden zonder te beven.
Alles was gereed.
Het enige was nog moest gebeuren was het opjagen. Dat was Gini's taak.
  Ze hoefde nog maar een stuk of vijf stappen te zetten en ze zou vlak naast de man staan.
Zachtjes, zonder dat meneer Scant het hoorde zette zij dan ook de stappen. Toen stond zij naast hem, zachtjes ademend, rillend, klaar om het laatste schot te geven. 
Gini kon zich bijna niet meer beheersen naast de man, en als meneer Scant niet blind was geweest van woede en angst had hij door kunnen hebben dat er een vrouw naast hem stond.
Dit was het moment.
De zintuigen van Gini en Benny stonden op scherp.
Gini haalde diep adem, klaar om haar laatste schreeuw te geven. Haar mooie borstkast zwol op door de lucht die ze inademde en voor een paar seconden was het doodstil.
Benny focuste zich en meneer Scant stond roerloos.
Toen liet Gini plotseling haar adem gaan en greep de arm van meneer Scant.
De man spartelde eerst nog even tegen, maar gaf zich al snel gewonnen omdat hij doodmoe was van al dat rennen en natuurlijk speelde de alcohol ook nog eens een rol.
Gini keek beschaamd naar de grond en zuchtte diep. Tranen rolden over haar wangen.
‘Ik kan dit niet, Benny!’ fluisterde ze naar de grond.
Benny hief zijn bajonet op van woede. Zijn slapen klopten.
‘Wat is dit nou, Gini?’ riep hij luid, en zijn stem echode door het hele pand.
‘Wij hebben samen dit helemaal uitgedacht… een plan waar we beiden achter stonden. We moeten hem vermoorden. Hij is weerloos… heeft ons bij elkaar gebracht … misschien zelfs wel beledigd… En nu trek jij je terug? Heb je enig idee wat wij kunnen bereiken als we dit uitvoeren?’
Gini zuchtte nog eens en er liepen nog meer tranen over haar wangen. Haar adem stokte echter niet in haar keel.
‘Ja… ja, dat weet ik wel. Maar ik kan het niet. Ik kan niet leven met een moord op mijn geweten. Een moord van een blinde, onschuldige man.’
Meneer Scant lachte ineens scherp, maar het viel Benny en Gini beiden niet op.
‘Je hoeft er ook niet mee te leven!’ raasde Benny. ‘In ieder geval niet lang. Als we dit afmaken Gini, zijn we al beiden bijna aan het einde van ons leven. En dat is precies het doel…’
‘Doe wat je wilt, Benny.’ klonk het nu vastberaden. ‘maar ik doe het niet.’
Benny kwam dreigend steeds dichter bij de blinde en Gini, die beschermend voor het slachtoffer ging staan. Zweetdruppels van angst verschenen op Gini’s gezicht en ook Benny transpireerde van het harde rennen. Zijn T-shirt was doorweekt met zweet, zijn haren zaten wild.
Nog een paar stappen, Benny hoefde er nog niet eens voor te rennen en het bajonet zou in Gini’s buik zitten, in plaats van in de blinde, zoals eerst het plan was.
‘Benny… doe dit nou niet. Als jij echt van mij hield, dan accepteerde je mijn beslissing. We kunnen alsnog samen zijn, ook al kunnen we de dingen niet herhalen. Laten we nog gewoon van de dag genieten, van elkaar.’
Maar Benny kon niet meer rationeel nadenken. Hij kon alleen nog maar snuiven van woede, als een stier. Het was werkelijk net een stierengevecht.
Gini liet de arm van de blinde los en greep naar zijn hoofd. Ook hij zweette en je kon zijn aders zien kloppen van angst. Zijn hoofd trilde toen Gini het dichter bij zich bracht.  
Dit keer niet dreigend, maar liefkozend en beschermend fluisterde ze in zijn oor:
‘Ren. U ziet toch immers beter met uw oren en uw neus. Waar wacht u nog op?’ 


1 reacties:

Leesautobiografie Nederlands

Vroeger, toen ik klein was...

... las mijn moeder mij altijd voor uit allerlei leuke kinderboeken.
Floddertje, Pluk van de Petteflet en bovenal Ibbeltje. De boeken van Roald Dahl werden veel voorgelezen: de GVR, Sjakie en de Choladefabriek en De Heksen vond ik als kind erg leuk.
De Heksen en Ibbeltje vallen inmiddels bijna uitelkaar van al het lezen, dat waren dan ook mijn favoriete boeken.
    Op de basisschool werd bijna niet voorgelezen, behalve de dagopening uit de bijbel. Ik meen twee jaar een juf te hebben gehad die wel voorlas uit boeken, maar dat vond ik niet leuk. Ik had de boeken al gelezen en ze praatte altijd veel te langzaam. Dan was ze eindelijk bezig met lezen en kwam er weer een 'moeilijk woord' waarvan iemand niet wist wat het betekende, en moesten we weer stoppen met lezen. Ik las liever alleen op een bank in de hoek van het klaslokaal, en dat was dan ook wat ik deed terwijl de juf beneden aan het voorlezen was.
Nadat de voorlees-juf vertrokken was, werd er niet meer gelezen. Ik zat inmiddels in groep zes en had alles wat in de boekenkast van groep zes en zeven stond wel gelezen. Ik verveelde mij verschrikkelijk omdat ik altijd las zodra we vrije tijd hadden op school. Eindelijk, na AVI's getest te hebben en heel lang doorgezeurd bij de juf, mocht ik boeken uit de kast van groep acht halen. Helaas stonden daar veel dezelfde boeken tussen, en als er nieuwe boeken tussen stonden die ik niet eerder gelezen had waren ze vrij saai. Ik had ze binnen no-time uit, en was erg teleurgesteld.
Rond mijn achtste, was ik thuis begonnen met het lezen van de Harry Potter-series. Ik vond ze erg leuk en spannend (nog steeds) en toen ik op school alle boeken uitgelezen had op school mocht ik mijn eigen Harry Potter boeken meenemen. De andere kinderen vonden het maar dom dat ik mijn eigen boeken mee naar school nam, maar dat kon mij niet schelen. Harry Potter was cool, punt uit.
Toen ik tien was, had ik alle Harry Potters uitgelezen en verveelde ik mij weer. Toen ben ik ook begonnen met tekenen en tekende mijn tekenboekje op school helemaal vol.
    Op de middelbare school las ik aan in het begin wat minder. Ik dacht dat ik de meeste boeken al gelezen had en wist niet zo goed waar ik moest zoeken voor nieuwe, leuke boeken. Ik sprak meer af met vrienden, ging bezig met mijn huiswerk en tijd voor lezen was er niet echt.
Op een gegeven moment liep ik weer een leuk boek tegen het lijf en begon direct weer met lezen. Ik lees nu ook nog steeds ontzettend veel en heb weer veel leuke, nieuwe boeken ontdekt.

Mijn top 5 boeken zijn:

1. De Harry Potter-series, J.K. Rowling.
Natuurlijk zijn dit mijn meest favoriete boeken. Als klein meisje las ik ze al en ze zijn simpelweg ontzettend
leuk. Ze zijn spannend en er staan mooie uitspraken in van onder andere Perkamentus. Behalve dat de
boeken leuk zijn, zijn dit ook de boeken die het gemaakt hebben dat ik nu zo van lezen hou.

2. Lord Of The Rings + The Hobbit, J.R.R. Tolkien.
Deze boeken heb ik eigenlijk nog maar pas geleden ontdekt. Ik kende Lord Of The Rings natuurlijk wel,
maar om de een of andere reden nog nooit gelezen of de films gezien. Totdat ik vond dat het tijd was om
de film van de Hobbit maar eens te gaan kijken, omdat veel vrienden van mij zeiden dat het leuk was.
Ik vond de film geweldig en haalde de volgende dag direct het boek. Helaas was het het niet zo dik, maar toen ik erachter kwam dat er een vervolg was met 1400 bladzijdes was ik weer helemaal gelukkig. Ik ben nu nog steeds bezig in dat boek, en bijna over de helft.

3. Delirium Amoris-series, Lauren Oliver.
Deze boeken zijn ook leuk, spannend en het is een soort science-fiction boek. Het eerste deel is het boek
waar is over sprak dat ik tegen het lijf liep en weer begon met lezen, en dat is sowieso al een mooie betekenis.

4. Goden en helden uit de Noorse Mythologie, Brian Branston.
Dit boek kreeg ik eens te leen van een kennis, omdat hij dacht dat ik het wel leuk zou vinden. En hij had gelijk, ik vond het een geweldig boek en kon niet meer stoppen met lezen. De mysterieuze verhalen vond ik erg leuk en het was een goed geschreven verhaal met een duidelijke verhaallijn. Hoewel, nu ik meer     Noorse Mythologie heb gelezen ben ik er wel achter gekomen dat sommige delen uit de Noorse     Mythologie in het boek zijn weggelaten of anders verteld zijn. Dat is toch wel jammer, anders had het     verhaal meer compleet kunnen zijn.

5. Hannibal Rising, Tom Harris.
Alle boeken over Hannibal Lecter vind ik eigenlijk wel leuk. Maar wat zo speciaal is aan dit boek, het meest recente boek van Tom Harris, is dat het niet alleen gaat over de lugubere daden die Hannibal Lecter pleegt, maar ook over zijn verleden en waarom hij toch zo geworden is. Het is een heel mooi boek, en beschrijft hoe Hannibal Lecter langzaam tot een crimineel gevormd werd.

Aan mijn top vijf kun je wel een beetje zien wat voor lezer ik ben. Fantasie en science-fiction is vooral wat ik lees, maar thrillers zoals de boeken van Tom Harris vind ik ook leuk. Ik hou wel van de zwaardere teksten met iets moeilijkere woorden. Het is leuk om woorden tegen te komen die ik nog niet ken, zodat ik die betekenis kan leren uit de tekst. Ik denk trouwens ook dat dat veel effectiever zou zijn om leerlingen moeilijke woorden te laten leren in plaats van ze erin te laten stampen.
Mijn plan qua lezen is nu om Lord Of The Rings uit te lezen. Het zijn gelukkig veel bladzijdes, dus ik ben nog wel even bezig. Zodra die uit is ga ik met het volgende Tolkien boek bezig, De Silmarillion, dat J.R.R. Tolkien als zijn levenswerk beschouwd heeft.
Zodra dat allemaal voltooid is wil ik weer verder met het lezen van Shakespeare, ik ben namelijk dol op theater, en daarmee was ik bezig voordat ik begon met het lezen van De Hobbit.

Van te weinig leesvoer is voor mij dus geen sprake meer!

2 reacties: